Max havelaar
Algemene informatie
Auteur: Multatuli
Pseudoniem van: Eduard Douwes Dekker
Titel: Max Havelaar
Ondertitel: de koffijveilingen van de Nederlandsche Handel-Maatschappy
Uitgeverij: J. De Ruyter te Amsterdam
Eerste druk: 1860

Samenvatting
Batavus Droogstoppel is makelaar in koffie. Droogstoppel krijgt een pak papieren. In deze pak papieren leest Droogstoppel dat de koffiemarkt in groot gevaar is. Om die reden laat hij zijn stagiair Stern een boek schrijven over koffie, maar er zit één voorwaarde aan vast: Hij mag niks veranderen aan de inhoud . Stern komt die belofte niet na en schrijft over de avonturen van Sjaalman of ook wel Max Havelaar. Havelaar is een assistent-resident in de provincie Lebak op Java. Havelaar houdt een speech over hoe de bevolking wordt uitgebuid en hoe hij dat wilt stoppen. Dezelfde avond komt Havelaar erachter dat de regent zelf de mensen uitbuidt en dat zijn voorganger er van af wist. Droogstoppel weet nu dat Stern het niet heeft over koffie en houdt de preek van dominee Wawelaar aan; dat mensen arbeid moesten verrichten om dichter bij God te komen. Tijdens een diner vertelt Havelaar over het verhaal van de Japanse beeldhouwer en over zijn oude baan in Sumatra. Havelaar verloor zijn oude baan, omdat hij de boekhouding niet goed had bijgehouden en verzet toonde tegen de uitbuiting van de arme bevolking door de gouverneur. Als voorbeeld vertelt hij het verhaal over Saïdjah en Adinda. Dan hoort Havelaar dat de vorige assistent-resident was vergiftigd door de regent. Hij doet aanklachten tegen de regent. De situatie wordt voorgelegd aan de regering. Echter kiest de regering voor de partij van de regent. Havelaar wordt verplaatst, maar dat weigert hij en hij neemt ontslag. Multatuli, die eigenlijk Havelaar is, bedankt Stern voor het opschrijven van zijn verhaal. Droogstoppel wordt boos en zegt dat Multatuli beter kan stikken in koffie. Multatuli wordt boos en benadrukt dat de Javanen worden uitgebuid en mishandeld. Iedereen is boos.
Tijdsverloop
In het boek zijn er 3 tijdsniveau's:
-1842: De jonge avontuurlijke Havelaar in Sumatra.
-1856: De volwassen Havelaar in Lebak
-1860: De arme Havelaar in Nederland. Dit is het heden.
Het verhaal verloopt niet chonolisch en was daarom voor mij erg moeilijk om te volgen. Daarnaast zorgde het verhaal van Saidjah en Adinda tussen het boek door dat het boek nog moeilijker te volgen was.
Ruimte
Bij elke tijdsgroep horen ook bepaalde plaatsen:
-1842: Sumatra en omgeving.
-1856: Lebak, stukje Buitenzorg (Bogor)
-1860: Amsterdam
De omgevingen worden zeer goed beschreven, je kunt bij wijze van spreke Indonesië ruiken. Ook voor mensen die nooit in Indonesië zijn geweest kunnen een zeer goed beeld vormen van het landschap in Indonesië na het lezen van dit boek.
Thema
Max Havelaar laat zien hoe een volk onderdrukt en uitgebuit wordt door de machthebbers. Dat gebeurde toen, in de negentiende eeuw, en dat gebeurt nog steeds overal op de wereld.
In de roman is de inlandse regent de hoofdschuldige. Door zijn onderdanen zonder betaling werk te laten verrichten en door opbrengsten in natura te vorderen, is hij in staat zijn grote familie te onderhouden en zijn luxueuze manier van leven te bekostigen.
De Hollandse bestuursambtenaren zijn ' op een enkele uitzondering na ' medeschuldig, omdat zij op de hoogte zijn van de ongeoorloofde praktijken, maar er niets tegen doen en daardoor het onrecht laten voortbestaan. De enigen die de strijd tegen de regent durven aanbinden, zijn Slotering en Havelaar. Maar beiden leveren een vergeefse strijd: Slotering sterft op mysterieuze wijze en Havelaar wordt door zijn superieuren weggewerkt.
Hoe uiteenlopend van aard de onderwerpen in het boek ook zijn, ze worden met elkaar verbonden door de centrale gedachte dat het bestuur niet deugt en het volk wordt uitgebuit.
Een tweede thema is het streven naar eerherstel. Havelaar voelt zich diep gekwetst door zijn superieuren, die zijn strijd voor verbetering van het lot van de inlanders in feite niet serieus nemen.
Max Havelaar is een sterk geëngageerde tendens- of strekkingsroman, waarin voortdurend kritiek doorklinkt op de maatschappij met haar hypocrisie, de zogenaamde handelsgeest van de Hollanders, het fatsoen en de braafheid.
Personages
Max Havelaar is een sterk autobiografische roman. De hoofdpersoon is eigenlijk de schrijver zelf in verschillende gedaantes.
De eerste gestalte die hij aanneemt is die van Sjaalman, een miskende dichter en schrijver, die ontslagen is door boekhandelaar Graafzuiger en dan aan lager wal raakt.
De tweede gedaante waarin hij optreedt, is die van Ernest Stern, de enigszins sentimentele jonge Duitser die de Havelaargeschiedenis vertelt.
Max Havelaar zelf is de derde afsplitsing van de auteur. Hij is de ideale ambtenaar, een heroïsche figuur die strijdt tegen het onrecht dat de inlanders ' volgens hem ' wordt aangedaan. Hij past niet in het toenmalige koloniale ambtenarencorps en stuit dan ook telkens op onwil en onbegrip van de bestuurders. Desondanks blijft hij overtuigd van de juistheid van zijn opvattingen, daarbij gesteund door zijn liefdevolle echtgenote, die een blinde verering voor hem heeft.
De vierde gedaante is die van Multatuli, die vecht voor erkenning en eerherstel.
Sjaalman, Stern, Havelaar en Multatuli zijn dus afsplitsingen van een en dezelfde figuur. Ze tonen ieder een ander aspect van Eduard Douwes Dekker, die zelf in 1856 als assistent-resident van Lebak tevergeefs een einde probeerde te maken aan de wantoestanden en later ontgoocheld terugkeerde naar Europa.
Verschillende personages hebben karakternamen ('speaking names'), zoals Droogstoppel (de tot karikatuur verstarde Hollandse koopman), Slijmering (de strooplikkende resident die zijn plicht verzaakt, maar het altijd o zo druk heeft) en dominee Wawelaar (die zijn vroom gewauwel over de gelovigen uitstort).
Achter bepaalde personages gaan werkelijk bestaande figuren schuil; zo is Slijmering gemodelleerd naar C.P. Brest van Kempen en heeft de gouverneur-generaal veel weg van A.J. Duymaer van Twist.Max Havelaar is dus ook in zekere zin een sleutelroman.
Titel en Motto
De titel verwijst naar de fictieve hoofdpersoon, Max Havelaar. De ondertitel heeft betrekking op de koffiecultuur in Nederlands-Indië (nu Indonesië), die veel geld voor de staatskas opleverde.
Het 'Onuitgegeven Toneelspel' voorin het boek kan beschouwd worden als een motto. In dit toneelstukje wordt een zekere Lothario ervan beschuldigd dat hij Barbertje heeft vermoord en ingezouten. Barbertje blijkt echter springlevend te zijn en ze roemt zelfs de goedheid van Lothario. Toch blijft de rechter bij zijn vonnis dat Lothario moet hangen: hij is namelijk schuldig aan eigenwaan. (In de volksmond leidde dit gegeven abusieflijk tot de zegswijze 'Berbertje moet hangen'.)
Dit 'motto' verwijst naar de schijnethiek die kenmerkend is voor de Nederlandse bestuurders in Nederlands-Indië. Havelaar wordt in feite door de gouverneur-generaal net zo behandeld als Lothario door de rechter.
Maak jouw eigen website met JouwWeb